Examples of using "Klassenzimmer" in a sentence and their dutch translations:
Hij rende het klaslokaal in.
Hou jullie klaslokaal schoon.
Ik ben het klaslokaal aan het inrichten.
Het is geen klaslokaal.
We gaan het klaslokaal binnen.
Hij rende het klaslokaal in.
Het klaslokaal was bijna leeg.
Een paar jongens kwamen het klaslokaal binnen.
Op donderdag ruimen ze allemaal het klaslokaal op.
De nieuwe leraar is in de klas.
Je mag in de klas geen lawaai maken.
Er zijn vandaag veel meer leerlingen in het schoollokaal dan gisteren.
Toen ik het klaslokaal bereikte, was ze al weggegaan.
Een paar jongens kwamen het klaslokaal binnen.
Ik was alleen in het lokaal.
De leerkracht was heel kwaad, en stuurde Johnny uit de klas.