Examples of using "Gießt" in a sentence and their dutch translations:
Vader geeft bloemen water.
Betty geeft de bloemen water.
Ze geeft de bloemen water.
Het giet.
Vader geeft bloemen water.
Je giet olie op het vuur.
Tom schenkt zichzelf een glas sinaasappelsap in.
- Het regent pijpenstelen.
- Het regent dat het giet.
- Het hoost.
- Het giet.
- Het regent keihard.
- Het regent enorm.
Hij sproeit de tuin eenmaal per week.
- Het regent pijpenstelen.
- Het regent dat het giet.
- De regen valt met bakken uit de hemel.
- De regen valt met bakken naar beneden.
- Het regent keihard.
- Het regent pijpenstelen.
- Het regent dat het giet.
- De regen valt met bakken uit de hemel.
- Het regent pijpenstelen.
- Het regent dat het giet.
- De regen valt met bakken uit de hemel.
Het regent pijpenstelen.