Translation of "Getrunken" in Dutch

0.016 sec.

Examples of using "Getrunken" in a sentence and their dutch translations:

- Was hast du getrunken?
- Was habt ihr getrunken?
- Was haben Sie getrunken?

Wat heb je gedronken?

Hast du getrunken?

Was je aan het drinken?

Sie hat getrunken.

Ze heeft gedronken.

Wir haben viel getrunken.

We dronken veel.

Was hat sie getrunken?

Wat heeft ze gedronken?

Ich habe nicht getrunken.

Ik was niet aan het drinken.

Ich habe Wein getrunken.

Ik dronk wat wijn.

Gestern wurde viel getrunken.

Er werd gisteren veel gedronken.

Hast du gerade getrunken?

Was je aan het drinken?

- Hast du schon mal Alkohol getrunken?
- Hast du schon Alkohol getrunken?

Heb je ooit eens alcohol gedronken?

- Hast du schon einmal Möhrensaft getrunken?
- Hast du schon einmal Karottensaft getrunken?

Heb je ooit wortelsap gedronken?

Wir haben viel Alkohol getrunken.

We hebben veel alcohol gedronken.

Tom hat zu viel getrunken.

Tom heeft te veel gedronken.

Ich habe den Kaffee getrunken.

Ik heb de koffie gedronken.

Sie hat früher Bier getrunken.

- Ze was gewoon bier te drinken.
- Zij was gewend om bier te drinken.

Ich habe zu viel getrunken.

Ik heb te veel gedronken.

Ich habe gestern Tee getrunken.

- Ik dronk gisteren thee.
- Ik heb gisteren thee gedronken.

Ich habe das Wasser getrunken.

- Ik heb het water gedronken.
- Ik dronk het water.

Ich habe den Wein getrunken.

Ik heb de wijn gedronken.

Ich habe ein Bier getrunken.

Ik dronk een biertje.

Wie viel hast du getrunken?

- Hoeveel heb je gedronken?
- Hoeveel heeft u gedronken?
- Hoeveel hebben jullie gedronken?

Ihr habt das getrunken? Na klar.

Heb je het echt opgedronken? Natuurlijk.

Du hast drei Tassen Kaffee getrunken.

Je hebt drie koppen koffie gedronken.

Sie haben zwei Flaschen Wein getrunken.

Ze hebben twee flessen wijn gedronken.

Wie viel habt ihr gestern getrunken?

Hoeveel hebben jullie gisteren gedronken?

Tom hat die Kool-Aid getrunken.

Tom heeft de Kool-Aid gedronken.

Du hast getrunken. Also fahre ich.

Jij hebt gedronken. Ik rijd dus.

Er hat drei Flaschen Bier getrunken.

Hij dronk drie flessen bier.

Ich habe gestern keinen Tee getrunken.

Ik heb gisteren geen thee gedronken.

John hat viele Flaschen Wein getrunken.

John dronk veel flessen wijn.

Hast du schon mal Alkohol getrunken?

Heb je ooit eens alcohol gedronken?

Ich habe einen Liter Kaffee getrunken.

Ik heb een liter koffie gedronken.

Ich habe gestern zu viel Bier getrunken.

Ik heb gister te veel bier gedronken.

Tom hat schon drei Tassen Kaffee getrunken.

Tom heeft al drie kopjes koffie gedronken.

Er hat eine ganze Flasche Milch getrunken.

Hij dronk een hele fles melk.

- Ich trank Wein.
- Ich habe Wein getrunken.

Ik dronk wat wijn.

- Tom trank Milch.
- Tom hat Milch getrunken.

Tom dronk melk.

Ich denke, ich habe zu viel getrunken.

Ik denk dat ik te veel gedronken heb.

- Ich trank Kaffee.
- Ich habe Kaffee getrunken.

Ik dronk koffie.

Tom hat Maria unter den Tisch getrunken.

Tom heeft Maria onder de tafel gedronken.

Die beiden Jugendlichen haben zu viel getrunken.

Die twee jongens hebben te veel gedronken.

Er hat das Glas Bier ex getrunken.

Hij had het glas bier in één teug opgedronken.

Ich habe nur drei Flaschen Bier getrunken.

Ik heb maar drie flessen bier gedronken.

Weißwein soll kühl getrunken werden, Rotwein zimmerwarm.

Witte wijn moet koel gedronken worden, rode wijn op kamertemperatuur.

Tom hat beim Essen nur zwei Maß getrunken.

Tom heeft tijdens het eten slechts twee bierpullen gedronken.

- Ich denke, ich habe zu viel getrunken.
- Ich denke, ich trank zu viel.
- Ich glaube, ich habe zu viel getrunken.

Ik denk dat ik te veel gedronken heb.

Ich habe zu viel getrunken. Mein Gesicht ist geschwollen.

Ik heb te veel gedronken. Mijn gezicht is gezwollen.

- Der Schreiber hat Wein getrunken.
- Der Schreiber trank Wein.

De schrijver dronk wijn.

Ich wusste nicht, dass er so viel getrunken hatte.

Ik wist niet dat hij zoveel gedronken had.

Ich habe in dem Café eine Tasse Kaffee getrunken.

Ik heb in het café een kopje koffie gedronken.

- Ich trank das Wasser.
- Ich habe das Wasser getrunken.

- Ik heb het water gedronken.
- Ik dronk het water.

Maria hat heute den ganzen Tag nichts gegessen oder getrunken.

Maria heeft vandaag de hele dag niks gegeten of gedronken.

- Sie haben zwei Flaschen Wein getrunken.
- Sie tranken zwei Flaschen Wein.

Ze hebben twee flessen wijn gedronken.

- Wir tranken eine Tasse Kaffee.
- Wir haben eine Tasse Kaffee getrunken.

We hebben een kopje koffie gedronken.

- Er hat drei Flaschen Bier getrunken.
- Er trank drei Flaschen Bier.

Hij dronk drie flessen bier.

Ich habe erst zwei Maß getrunken, ich brauche dringend noch ein drittes!

Ik heb maar twee glazen bier op. Ik moet beslist nog een derde hebben.

Andere haben für Frankreich gekämpft, während Sie in englischen Gärten Tee getrunken haben."

anderen vochten voor Frankrijk, terwijl jij thee zat te drinken in Engelse tuinen."

- Ich trank gewöhnlich Bier.
- Ich habe mal Bier getrunken.
- Ich trank früher Bier.

- Ik was gewend om bier te drinken.
- Ik dronk gewoonlijk bier.