Translation of "Fünfzig" in Dutch

Im Bus waren fünfzig Fahrgäste.

In de bus waren vijftig passagiers.

- Auf der amerikanischen Flagge sind fünfzig Sterne.
- Die amerikanische Flagge hat fünfzig Sterne.

Op de Amerikaanse vlag staan vijftig sterren.

- Ich habe nur fünfzig Meter Seil.
- Ich habe nur ein Fünfzig-Meter-Seil.

Ik heb slechts vijftig meter touw.

Es waren weniger als fünfzig Dollar.

Het kostte minder dan vijftig dollar.

Unsere Schule ist fünfzig Jahre alt.

Onze school is vijftig jaar oud.

Dieser Bus kann fünfzig Fahrgäste befördern.

Deze bus kan vijftig passagiers vervoeren.

Im Bus befanden sich fünfzig Fahrgäste.

In de bus waren vijftig passagiers.

In Amerika gibt es fünfzig Staaten.

Er zijn vijftig staten in Amerika.

Ich habe nur ein Fünfzig-Meter-Seil.

Ik heb alleen een touw van vijftig meter.

Dieser Bus bietet Platz für fünfzig Personen.

Deze bus heeft vijftig zitplaatsen.

Mein Vater starb, als ich fünfzig war.

Mijn vader stierf toen ik vijftig was.

Auf der amerikanischen Flagge sind fünfzig Sterne.

Op de Amerikaanse vlag staan vijftig sterren.

- Tom wurde ungefähr fünfzig Jahre nach seinem Tod kanonisiert.
- Tom wurde ungefähr fünfzig Jahre nach seinem Tod heiliggesprochen.

Tom werd heilig verklaard ongeveer vijftig jaar na zijn dood.

- Er hatte 50 Dollar.
- Er hatte fünfzig Dollar.

Hij had vijftig dollar.

Ein Maultier kann über fünfzig Jahre alt werden.

Een muildier kan meer dan vijftig jaar oud worden.

Es passen knapp fünfzig Menschen in diesen Saal.

Er passen krap vijftig mensen in deze zaal.

Der Fluss hat eine Breite von fünfzig Metern.

- De rivier is vijftig meter breed.
- De rivier heeft een breedte van vijftig meter.

Dieses Buch wurde in mehr als fünfzig Sprachen übersetzt.

Dat boek werd in meer dan vijftig talen vertaald.

In Deutschland gibt es mehr als fünfzig Millionen Straßenfahrzeuge.

In Duitsland zijn er meer dan vijftig miljoen straatvoertuigen.

Ein Euro ist einen Dollar und fünfzig Cent wert.

Eén euro is één dollar en vijftig cent waard.

Mein Vater lernte endlich zu fahren, als er fünfzig war.

Mijn vader leerde eindelijk autorijden toen hij vijftig was.

Zehn, zwanzig, dreißig, vierzig, fünfzig, sechzig, siebzig, achtzig, neunzig, hundert.

Tien, twintig, dertig, veertig, vijftig, zestig, zeventig, tachtig, negentig, honderd.

Obwohl sie schon fünfzig ist, ist sie immer noch atemberaubend.

Hoewel al vijftig is ze nog steeds adembenemend.

- Mein Vater ist fünfzig Jahre alt.
- Mein Vater ist 50 Jahre alt.

Mijn vader is vijftig jaar oud.

Nimm die Erfahrung und die Urteilskraft der Menschen über fünfzig heraus aus der Welt und es wird nicht genug übrig bleiben, um ihren Bestand zu sichern.

Haal de ervaring en het oordeelsvermogen van mensen boven de vijftig uit de wereld en er blijft weinig over om haar in stand te houden.