Examples of using "Drin" in a sentence and their dutch translations:
Wat zit erin?
De tanden erin.
Het stinkt hier.
Het is hier erg druk.
- Wat levert het mij op?
- Wat heb ik eraan?
- Wat zit er voor mij in?
We kunnen ons hier binnen verbergen.
Ik denk dat het mogelijk is.
Volgens de tracker is ze hier.
Het zit vol viezigheid dat je ziek maakt.
- Wat zit erin?
- Wat bevat het?
Maar er zitten een hoop voedingsstoffen in.
Deze doos is leeg. Er zit niets in.
Hoe langer ik hier in zit, hoe kouder ik het krijg...
De tanden erin. Die doen we af.
Hoeveel liter water is er in dat zwembad?
De tanden erin. Die doen we af.
En wat hier leeft... ...zal er niet veel langer zijn.
Er is niemand binnen.
- Ik denk dat het mogelijk is.
- Ik denk dat het kan.
Dit huis is te klein om in te wonen.
Moet dit een krentenbol zijn? Je moet haast fietsen van de ene krent naar de andere, zo weinig zitten erin.