Examples of using "Drei –" in a sentence and their dutch translations:
- Drie maal drie is negen.
- Drie vermenigvuldigd met drie is negen.
Bijna drie.
- Drie maal drie is negen.
- Drie vermenigvuldigd met drie is negen.
- Drie maal drie is negen.
- Drie vermenigvuldigd met drie is negen.
Drie maal drie is negen.
Drie tot de derde macht is zevenentwintig.
Drie weken gingen voorbij.
Bijna drie.
Drie weken gingen voorbij.
Ik heb drie neven.
- Je hebt drie katten.
- U heeft drie katten.
- Jullie hebben drie katten.
Hij heeft drie zonen.
- U heeft drie problemen.
- Jullie hebben drie problemen.
- Je hebt drie problemen.
- Geef ons drie minuten.
- Geeft u ons drie minuten.
We hebben drie vliegtuigen.
Hij heeft drie zonen.
- Ik heb drie broers en zussen.
- Ik heb drie broers.
Tom heeft drie camera's.
- Het is bijna drie uur.
- Het is bijna drie.
Ik kan om drie uur komen.
Eén, twee, drie.
Drie ijsjes, alstublieft.
Drie weken gingen voorbij.
- Vijf plus drie is gelijk aan acht.
- Vijf plus drie is acht.
Tom heeft drie taarten gebakken.
- Tom ving drie vissen.
- Tom heeft drie vissen gevangen.
- Hij ving drie vissen.
- Hij heeft drie vissen gevangen.
Geeft u ons drie minuten.
3 maal 5 is 15.
Het is kwart voor drie.
Drie tot de derde macht is zevenentwintig.
We waren negen gijzelaars. Drie, drie en drie. Drie groepen.
- Het is een beetje over drieën.
- Het is een beetje over drie uur.
Voor mij stonden er drie wachtenden in de rij.
Drie plus vijf is acht.
Zes maal drie is gelijk aan achttien.
Ik heb drie neven.
Jij hebt drie auto's.
- Het is bijna drie uur.
- Het is bijna drie.
Hij had drie zoons.
Hij heeft drie kinderen.
Ik heb drie broers en zussen.
Ik heb drie honden.
Ik heb drie camera's.
Alle drie haatten ze elkaar.
We hebben drie minuten.
We hebben drie uur.
We hebben drie honden.
We hebben drie vliegtuigen.
Ik heb drie kinderen.
Wij hebben drie kinderen.
Hij heeft drie dochters.
Hij heeft drie zonen.
Zij heeft drie broers.
Hij heeft drie broers.
Dat is dan samen drie euro.
Ik heb drie katten.
Ik heb drie zussen.
Ik heb drie zoons.
Ik spreek drie talen.
Drie maal drie is negen.
Tom heeft drie zussen.
Kamelen hebben drie oogleden.