Examples of using "Böse" in a sentence and their dutch translations:
Zijn we kwaadaardig?
Honger maakt een mens kwaad.
Tom is kwaadaardig.
Tom werd kwaad.
Ben je kwaad?
Dit loopt niet goed af.
Hij wordt gemakkelijk boos.
Tom was ernstig in elkaar geslagen.
Ben je nog steeds boos op me?
Ze is een slechte heks.
Ben je nog steeds boos?
Ik was niet kwaad op Tom.
Waarom ben je zo woedend?
Waarom ben je kwaad op Tom?
- Uw vrouw is kwaad op u.
- Je vrouw is boos op je.
Tom was heel boos op Mary.
Ik wilde niemand beledigen.
Ze was boos op haar zoon.
Waarom ben je boos op me?
Zijn vriendin was zeer boos op hem.
Ik was erg boos op hem.
Wees niet boos!
Mama en papa worden vast niet boos.
Tom en ik zijn boos op elkaar.
Ik ben zeker dat mama kwaad zal zijn.
Het is gemakkelijk om goed van kwaad te onderscheiden.
Dit loopt niet goed af.
"Ben je boos op mij?" "Ja, een beetje."
Hij was boos op haar.
Ik ben kwaad op je.
Je bent toch niet meer boos op mij?
Weet jij waarom ze zo boos is?
Karen is boos op me.
- Is Tom nu kwaad?
- Is Tom boos?
Ben je boos op Tom?
Mijn moeder is boos dat ik met jou bevriend ben.
Goede meisjes gaan naar de hemel, slechte meisjes gaan naar overal.
Nee, ik ben niet kwaad op je, ik ben gewoon teleurgesteld.
Waarom ben je kwaad op Tom?
Ben je kwaad?
Weet jij waarom ze zo boos is?
De Aziatische bosduizendpoot is gevaarlijk, maar niet alles is slecht. De Chinese geneeskunde gebruikt het gif bij attaques en huidaandoeningen.