Translation of "Aufzubleiben" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "Aufzubleiben" in a sentence and their dutch translations:

John ist gewohnt bis Mitternacht aufzubleiben.

John heeft de gewoonte tot middernacht wakker te blijven.

Sie ist daran gewöhnt, nachts lange aufzubleiben.

Zij is gewend laat op te blijven.

Ich bin es nicht gewohnt, bis spät in die Nacht aufzubleiben.

Ik ben het niet gewend 's avonds laat op te blijven.

- John ist gewohnt bis Mitternacht aufzubleiben.
- John hat die Angewohnheit bis tief in die Nacht wachzubleiben.

John heeft de gewoonte om tot middernacht op te blijven.