Examples of using "300" in a sentence and their dutch translations:
Tom is me al 300 dollar schuldig.
Tom is me al 300 dollar schuldig.
Ik wil daar driehonderd dollar voor hebben.
Tom is me al 300 dollar schuldig.
Ik heb een salaris van 300.000 yen per maand.
Het Afrikaanse continent voert nu meer dan 300 biljoen calorieën per jaar in.