Examples of using "Nœud" in a sentence and their dutch translations:
- U moet de knoop strakker maken.
- U moet de knoop strakker trekken.
- Jullie moeten de knoop strakker maken.
- Jij moet de knoop strakker maken.
- Je moet de knoop strakker trekken.
Arme dwaas!
Deze knoop zal niet houden.
Ik leg... ...een eenvoudige mastworp.
Tom droeg een rooskleurig vlinderdasje met blauwe bloempjes.