Examples of using "Mouchoir " in a sentence and their dutch translations:
Ik heb een zakdoek nodig.
Ik heb de zakdoek gestreken.
Hoeveel kost deze zakdoek?
Ik heb mijn zakdoek verloren.
Waar is mijn zakdoek?
Geef me een tissue.
Ze vouwde haar zakdoek zorgvuldig.
Neem een zakdoek, uw neus loopt.
- Ge hebt uw zakdoek laten vallen.
- Je hebt je zakdoek laten vallen.
Ik heb geen zakdoek.
Mag ik een zakdoekje?
Tom zou graag een kleine witte zakdoek willen.
"Hoeveel kost deze zakdoek?" "95 cent."
Ik denk dat ik ga niezen... geef mij een zakdoek.
Beschaamd om haar zwakte verborg ze haar gezicht in een zakdoek die ze doorweekte met haar tranen.