Examples of using "Montra" in a sentence and their dutch translations:
- Tom toonde iets aan Mary.
- Tom zal iets aan Mary laten zien.
Zij heeft het me getoond.
Hij liet het mij zien.
Tom toonde zijn postzegelverzameling aan Mary.
De hond liet zijn tanden zien en gromde toen ik het hek benaderde.
Ze liet me haar nieuwe auto zien.
- Tom heeft iets aan Mary getoond.
- Tom toonde iets aan Mary.
Tom toonde aan Maria hoe ze water kon koken in een kartonnen bekertje.
Hij toonde me zijn postzegelverzameling.
Hij liet me zijn fotoalbum zien.
Tom liet zijn fotoalbum aan Mary zien.
Die jongen toonde geen angst.