Examples of using "Mensonge" in a sentence and their dutch translations:
Wat een leugen!
Wat een leugen!
Dat was een leugen.
Wat een leugen!
Dat is duidelijk een leugen.
- Zij beschuldigden hem van liegen.
- Zij betichtten hem van een leugen.
- Zij noemden hem een leugenaar.
Je hebt een andere leugen verteld.
Het was allemaal een grote leugen.
De grootste leugen is het ego.
- Hij kan niet hebben gelogen.
- Hij kan niet gelogen hebben.
Haar verhaal kan geen leugen zijn.
Het is zo duidelijk dat het een leugen is!
Hij vertelt een nieuwe leugen om de voorafgaande te verdoezelen.
- Haar lach was een leugen om haar droefheid te verbergen.
- Haar lach was een leugen die haar verdriet verborg.
Zij noemden hem een leugenaar.
Zij kan zonder blikken of blozen de meest schandalige leugen vertellen.
Hij vertelt een nieuwe leugen om de voorafgaande te verdoezelen.
Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel!
Ik zei dat ik drie ideeën had maar dat was een leugen.
Ze zei dat ze een verpleegster was, maar dat was een leugen.
Hij zei dat zijn vader ziek was, maar dat was een leugen.
Ik denk dat hetgeen wat je me juist verteld hebt een leugen was.
Lieg niet. Wees eerlijk.
Richard zei dat zijn moeder ziek was, wat gelogen was.
- Zij beschuldigden hem van liegen.
- Zij betichtten hem van een leugen.
- Zij noemden hem een leugenaar.
- Ik geloof er geen snars van!
- Allemaal leugens!