Examples of using "Japon " in a sentence and their dutch translations:
- Wat doe je in Japan?
- Wat doet u in Japan?
- Wat doen jullie in Japan?
Waar is de Japanse ambassade?
Wanneer gaat u terug naar Japan?
- Waarom ben je naar Japan gekomen?
- Waarom zijt ge naar Japan gekomen?
Hebt u besloten naar Japan te gaan?
Kan u deze brief naar Japan versturen?
Hoe bevalt u het klimaat in Japan?
Hoeveel prefecturen zijn er in Japan?
- Heb je een kerstvakantie in Japan?
- Hebt u een kerstvakantie in Japan?
- Hebben jullie een kerstvakantie in Japan?
Hoe lang zijt ge in Japan gebleven?
Hoe groot is de bevolking van Japan?
- Wanneer ga je terug naar Japan?
- Wanneer gaan jullie terug naar Japan?
- Wanneer gaat u terug naar Japan?
Wanneer is de aardappel ingevoerd in Japan?
- Wat denk je van Japan?
- Wat vind je van Japan?