Examples of using "Inde" in a sentence and their dutch translations:
In Mumbai, India...
Ik ben in India.
Ik hang gewoon wat rond in India.
- U duikt in India.
- Jullie duiken in India.
Hij is Engelsman, maar woont in India.
Hij is Engelsman, maar woont in India.
...alleen al in India 5000 per jaar.
Volgens de Wildlife Protection Society of India...
Dit jaar leggen we ons toe op India en Ethiopië.
Volgens het televisienieuws is er een vliegtuig neergestort in India.
De koeien in Indië zijn heilig voor veel mensen.
Ze is heel bekend, zowel in India als in China.
In India, waar slangenbeten zo'n 46.000 mensen per jaar doden...
In India zegt de wet 14 jaar tot levenslang,
Het merendeel van de mensen die met een vork eten, woont in Europa, Noord-Amerika en Latijns-Amerika; mensen die met stokjes eten, wonen in Afrika, het Nabije Oosten, Indonesië en India.