Translation of "Ferons" in Dutch

Que ferons-nous ?

Wat zullen we doen?

Nous le ferons ensemble.

We zullen het samen doen.

J'ignore ce que nous ferons.

Ik weet niet wat we gaan doen.

- Nous ferons une exception dans votre cas.
- Nous ferons une exception dans ton cas.

We zullen een uitzondering maken in uw geval.

Tôt ou tard, nous le ferons.

Vroeg of laat zullen we het doen.

Nous ferons ce que nous pourrons.

We zullen doen wat we kunnen.

Nous ferons une exception dans votre cas.

We zullen een uitzondering maken in uw geval.

- Nous ferons la cuisine.
- Nous allons cuisiner.

- We gaan koken.
- Wij zullen koken.

Nous vous ferons connaître le résultat dans une semaine.

- We zullen u het resultaat laten weten over een week.
- We zullen je over een week het resultaat laten weten.

Un jour nous ferons du monde un meilleur endroit.

Ooit maken we de wereld een betere plaats.

- Nous allons le faire.
- Nous le ferons.
- On le fera.

Dat zullen we doen.

- Nous allons quoi ?
- Qu'allons-nous faire ?
- Que ferons-nous ?
- Que fabriquerons-nous ?

- Wat gaan wij doen?
- Wat zullen we doen?

Mesdames, Messieurs, je vous soutiens. Nous ferons certainement de cet événement un succès !

Mensen, ik sta volledig achter jullie. We zullen dit evenement beslist tot een succes maken!

- Samedi prochain, nous ferons un barbecue.
- Samedi prochain, on se fait un barbecue.

De volgende zaterdag houden we een barbecue.

- Nous vous aviserons quand nous commencerons.
- Nous vous ferons savoir quand nous commencerons.

Wij houden u op de hoogte, als we eraan beginnen.

Aujourd'hui, nous nous tenons au bord de l'abîme, demain, nous ferons un pas en avant.

Vandaag staan we voor de afgrond maar morgen zijn we al een stap verder.

- Et qu'est-ce que nous allons faire ?
- Et que ferons-nous ?
- Et qu'est-ce qu'on va faire ?

En wat gaan we doen?