Translation of "Espagnols" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "Espagnols" in a sentence and their dutch translations:

Sur les Espagnols.

op de Spanjaarden.

Mes parents sont espagnols.

Mijn ouders zijn Spaans.

Les Espagnols ont deux noms de famille.

Spanjaarden hebben twee achternamen.

Les mots espagnols « cigüeña » (cigogne), « pingüino » (pingouin) et « vergüenza » (honte) ont des trémas.

De Spaanse woorden "cigüeña", "pingüino" en "vergüenza" hebben een trema.

Et mena les forces françaises à une victoire écrasante sur les Espagnols à Ocaña.

en leidde hij de Franse troepen naar een verpletterende overwinning op de Spanjaarden bij Ocaña.

Pour la tactique et son action audacieuse et décisive ont contribué à remporter une série de victoires sur les Espagnols.

voor tactiek en gedurfde, beslissende actie hielp bij het behalen van een reeks overwinningen op de Spanjaarden.