Translation of "Demande" in Dutch

0.020 sec.

Examples of using "Demande" in a sentence and their dutch translations:

Demande !

Vraag!

- Demande !
- Demandez !

Vraag!

Demande-lui.

- Vraag het hem.
- Vraag hem.

Tom demande.

Tom vraagt.

- Votre demande est refusée.
- Ta demande est refusée.

Je verzoek is afgewezen.

Ne demande pas !

Vraag niet.

Elle demande l'impossible.

Zij vraagt het onmogelijke.

Demande à Tom.

- Vraag het aan Tom.
- Vraag Tom.

Je demande pardon.

- Excuseer.
- Excuseer!

Demande à Alex.

Vraag het aan Alex.

Demande à papa !

Vraag het aan papa!

J'ai une demande.

Ik heb een vraag.

- Il me demande d'être attentif.
- Il me demande d'être attentive.

Hij vraagt mij aandachtig te zijn.

- Demande à un policier !
- Demande à un agent de police !

Vraag een politieman!

- Excuse-moi.
- Excusez-moi.
- Je demande pardon.
- Je m'excuse.
- Je vous demande pardon.
- Je te demande pardon.

- Excuseer.
- Pardon.
- Excuseer!
- Mijn excuses.

Et on se demande

Je kan je afvragen

Elle me demande conseil.

Ze vraagt mijn raad.

Je me demande pourquoi.

Ik vraag me af waarom.

Demande-moi n'importe quoi !

- Vraag me alles!
- Vraag me maar iets!
- Vraag me iets!

- Demande alentour !
- Demandez alentour !

Vraag rond.

- Demande-leur.
- Demandez-leur.

- Vraag hen.
- Vraag het aan hen.

Demande-lui de m'appeler !

Vraag hem mij te bellen.

Il demande après toi.

Hij vraagt naar je.

On demande un serveur.

- Serveerster gezocht.
- Kelner gezocht.
- Kelnerin gezocht.

Je te demande pardon.

- Pardon.
- Excuseer!
- Ik bied u m’n verontschuldigingen aan.
- Sorry...

On se demande pourquoi.

We vragen ons af waarom.

- Ben demande !
- Ben demandez !

Vraag maar!

Je vous demande pardon.

- Excuseer.
- Excuseer!

Elle rejeta ma demande.

Ze wees mijn verzoek af.

Demande à un policier !

Vraag een politieman!

Demande-le-moi demain.

Vraag het me morgen.

Je demande la facture.

- Mag ik de rekening alstublieft?
- Mag ik de rekening?

C'est ce qu'il demande.

Hij vraagt erom.

- Demandez à n'importe qui.
- Demande à n'importe qui.
- Demande à quiconque !

- Vraagt u het eender wie.
- Vraag maar aan wie dan ook.

Je me le demande aussi.

Dat vraag ik me ook af.

Elle demande comment c’est possible.

Ze vraagt hoe dat kan.

Je ne demande pas d'argent.

Ik vraag niet om geld.

Je me demande s'il m'aime.

Ik ben benieuwd of hij verliefd is op mij.

Sa demande a été rejetée.

Zijn aanvraag werd afgewezen.

Je me demande s'il m'apprécie.

Ik vraag me af of hij me mag.

Je n'ai qu'une seule demande.

Ik heb slechts één verzoek.

Ton frère demande de l'aide.

Je broer vraagt om hulp.

Demande à Tom de l'expliquer.

- Vraag Tom om het uit te leggen.
- Vraag maar aan Tom om het uit te leggen.

Votre frère demande de l'aide.

Uw broer vraagt om hulp.

Demande à n'importe quelle femme.

Vraag iedere vrouw.

- Je me demande ce que ça signifie.
- Je me demande ce que cela signifie.

Ik vraag me af wat dat betekent.

Et cela demande une parfaite maîtrise.

Dit vraagt veel controle.

Je leur demande de se rapprocher,

Ik vraag hen dichterbij te komen

Apprendre l'anglais demande de la patience.

Engels leren vereist geduld.

Je me demande qui est venu.

Ik vraag me af wie kwam.

Je me demande où elle vit.

Ik vraag me af waar zij woont.

- Demande au policier.
- Demandez au policier.

Vraag het aan de politieagent.

- J'ai une question.
- J'ai une demande.

Ik heb een vraag.

Je me demande s'il est marié.

Ik vraag me af of hij getrouwd is.

- Demande-moi demain.
- Demandez-moi demain.

Vraag het me morgen.

Je me demande si c'est vrai.

- Ik vraag me af of dat klopt.
- Ik vraag me af of dat waar is.

- Demandez de l'aide.
- Demande de l'aide.

Roep voor hulp.

Je ne demande pas leur avis.

Ik vraag niet om jouw mening.

Je me demande qui elle est.

Ik vraag me af wie ze is.

- Ne demande pas !
- Ne demandez pas !

Vraag niet.

- Je me demande quand le film va commencer.
- Je me demande quand le film débutera.

Ik vraag me af wanneer de film gaat beginnen.

- Je me demande à qui sont ces ciseaux.
- Je me demande à qui appartiennent ces ciseaux.

Ik vraag mij af van wie de schaar is.

- Je me demande à qui sont ces ciseaux.
- Je me demande à qui appartiennent ces ciseaux ?

Ik vraag me af wiens schaar dit is?

demande que nous utilisions des technologies nouvelles.

vraagt om nieuwe technologieën.

L'acquisition du langage demande de la créativité.

Taalverwerving vereist creativiteit.

Joignez une photographie récente à votre demande.

- Voeg een recente foto toe aan uw aanvraag.
- Voeg bij uw aanvraag een recente foto toe.

Je me demande qui est cette fille.

Ik vraag me af wie dat meisje is.

Je me demande ce qui s'est passé.

- Ik ben benieuwd wat er gebeurd is.
- Ik vraag me af wat er gebeurd is.

Je me demande où il se cache.

Ik vraag me af waar hij zich verstopt.

Sa demande n'a jamais atteint son destinataire.

Haar verzoek kwam nooit aan bij de bedoelde ontvanger.

Demande-lui combien elle veut de soupe.

Vraag haar hoeveel soep ze wil.

Je me demande s'il viendra ce soir.

- Ik vraag me af of hij vannacht zal komen.
- Ik vraag me af of hij vanavond zal komen.

Il lui donne tout ce qu'elle demande.

Hij geeft haar alles waar zij om vraagt.