Examples of using "Caisse" in a sentence and their dutch translations:
Deze doos bevat appels.
Je ziet hier een trolley.
Een volle kassa trekt dieven aan.
Vergeet de kassabon niet.
Hoeveel bedraagt het vrachttarief voor deze kist?
Waar is de kassa?
Wat een stomme auto!
Deze doos is te zwaar voor mij om alleen op te tillen.
Deze doos is vrij zwaar!
Bonnetje mee?
Ik heb de doos opgemaakt. Ze was leeg.
- Dit is mijn auto.
- Dat is mijn auto.
De nieuwe telescoop werd verstuurd in een enorme houten kist.
Met deze trolley en het touw... ...blijven we in de juiste richting lopen.
Raak mijn auto niet aan.