Examples of using "Automobile" in a sentence and their dutch translations:
Hoeveel kost die auto?
Tom is een automonteur.
Hij werkt in de autonijverheid.
Detroit is voor zijn auto-industrie beroemd.
en ze willen hun gehele wagenpark koolstofvrij maken.
Tom heeft een auto.
- Die autodealer staat erom bekend roestbakken te verkopen.
- Die autodealer heeft de reputatie rammelbakken te verkopen.
Mijnheer Ikeda wil een nieuwe auto kopen.
Een wijze heeft eens gezegd "Als Esperanto een kunstmatige taal is, dan is mijn auto een kunstmatig paard".
Het rijden onder invloed van alcohol is een belangrijk probleem.