Examples of using "Tiennyt" in a sentence and their dutch translations:
Ik wist niets.
Ik wist niet waar ik heen moest gaan.
Hij wist dat niet.
Jij wist dat ook niet.
- Niemand wist het.
- Niemand wist dat.
Ik wist niet waar het vandaan kwam.
Ik wist toen nog niet dat ik iets bijzonders had gezien.
- Wist je dat niet?
- Wist u dat niet?
- Wisten jullie dat niet?
Tom wist niet welke bus hij moest nemen.
Tom wist niet wat met de kliekjes aan te vangen.
- Ik wist niet wat ik tegen Tom moest zeggen.
- Ik wist niet wat ik Tom moest vertellen.
Ik wist niet dat meneer Williams in de Vietnamoorlog gevochten had.
Wist je dat niet?
Ik wist niet dat het levensonderhoud zo duur was in Australië.
Ik wist niet dat Tom geen Frans kon spreken.
Tom wist niet wat hij moest zeggen, dus zei hij maar niets.
Een enorme hond zette zijn voorpoot op mij, en van schrik wist ik niet wat te doen.
De grote massa overweldigt haar en ze weet niet wat ze moet doen.
- Wist je niet dat Tom gay is?
- Wist je niet dat Tom homo is?
Ik had nooit begrepen waarvoor de eeuwigheid nuttig kon zijn. Ze is nuttig om ons de kans te geven Duits te leren.
Er was eens een vrouw die zo graag een kindje wilde hebben, maar zij wist absoluut niet waar ze dat kindje vandaan zou halen.