Examples of using "Tanssia" in a sentence and their dutch translations:
Ik wil dansen.
Kun je dansen?
Ik wil dansen.
- Wil je met me dansen?
- Wilt u met me dansen?
- Wil je met mij dansen?
Ik wil niet dansen.
Ik wil graag met je dansen.
Ik kan niet dansen.
Maria kan goed dansen.
- Hou je van dansen?
- Houdt u van dansen?
- Houden jullie van dansen?
- Ge kunt toch dansen, ja?
- Je kan dansen, nietwaar?
- Ik dans graag.
- Ik vind dansen leuk.