Examples of using "Mari" in a sentence and their dutch translations:
Maria grinnikte.
Mary heeft gelogen over haar leeftijd.
Mary, ik hou van je!
Mary kan zwemmen.
- Maria rende.
- Maria was aan het rennen.
Maria bloosde.
Mary houdt niet van me.
Mary kan zwemmen.
Maria is groot.
Maria verstaat Chinees.
Maria speelt piano.
Ga Mary wakker maken.
Maria is een lesbische.
Maria is aantrekkelijk.
Mary hielp Tom.
Mary is een spion.
Maria is een heks.
Maria kan goed dansen.
Mary kan Japans spreken.
Marie is de vrouw van mijn dromen.
Mary gaat me op mijn zenuwen.
Mary brengt uren in de badkamer door.
Maria houdt van countrymuziek.
Maria vond een klavertjevier.
Mary is Toms vriendin.
Maria is mijn vrouw.
Maria heeft de Nobelprijs gewonnen.
Maria is beeldschoon.
Maria is Toms tweelingzus.
Mary is de zus van Tom.
Maria houdt niet van haar man.
Maria droeg een piratenkostuum.
Maria was de lievelingsdochter van haar vader.
- Marie is mijn ideale vrouw.
- Marie is de vrouw van mijn dromen.
Maria is wereldwijd de toonaangevende experte over eekhoorntjes.
Tom heeft de informatie die Maria nodig heeft.
Mary houdt van Japan, of niet?
Maria is een erg knappe meid.
- Mary is Toms jongste zusje.
- Mary is het jongste zusje van Tom.
Tom is langer dan Maria.
Mary heeft altijd haar laptop bij zich.
Maria fluisterde iets in het oor van Tom.
Tom dacht dat Mary sliep.
Maria is de knapste van beiden.
Maria heeft een jong weeseekhoorntje gevonden.
- Mary gaf hem een grote knuffel.
- Mary gaf hem een dikke knuffel.
John en Mary hielden van elkaar.
Mary kocht een rok en een blouse.
Tom is ouder dan Mary.
Mary houdt niet meer van me.
Mary en ik zitten in dezelfde klas.
Tom en Maria zijn in oktober getrouwd.
Zowel Tom als Maria leren Frans.
Tom en Mary spraken geen Frans.
Tom en Maria besloten Jan te volgen.
Tom is veel zwaarder dan Maria.
Tom speelde piano en Mary zong.
Maria heeft dorst.
Maria woont in Caïro.
Tom wist dat Mary lerares was.
Tom gaat naar dezelfde school als Mary.
Tom wist dat Maria John bedreigd had.
Tom vertelde me dat Maria op dieet was.
Wat zou Mary doen als ze erachter kwam?
Tom weet dat Maria geen rauwe eieren lust.
Mary is geobsedeerd door haar uiterlijk.
Tom en Mary hebben ongeveer één keer per week seks.
Maria heeft zich gesneden terwijl ze uien aan het fijnhakken was.
Tom en Maria vieren elk jaar samen Kerstmis.
Tom en Maria sturen elkaar elk jaar kerstkaarten.
Tom begreep niet waarom Mary zich zo vreemd gedroeg.
Tom en Maria speelden samen in de zandbak en maakten zandkastelen.
Tom en Mary beseften opeens dat ze niet alleen waren.
Tom heeft geen idee wat Maria denkt.
Tom is boos omdat Mary zijn laptop had geleend zonder te vragen.
Tom en Maria beweren dat ze nooit tegen elkaar liegen.
We zijn 3 jaar jonger dan Maria.
Tom wilde dat Maria Frans zou leren.
Tom belde Maria op om zich te verontschuldigen, maar zij legde de hoorn neer.
Tom spreekt beter Frans dan Mary.
Tom spreekt beter Frans dan Mary.
„Welke talen ken jij, Tom?” – „C++ en Java, bovendien ook een beetje PHP. En jij, Maria?” – „Frans, Japans en Hebreeuws.”