Examples of using "Puhua" in a sentence and their dutch translations:
Ik kan spreken.
Laat Tom spreken.
Hij kan praten.
Ik begon te praten.
- Ik wil Frans spreken.
- Ik wil in het Frans spreken.
Ik kan Frans spreken.
Ik spreek een beetje Frans.
Misschien kunnen we praten.
- Spreekt u alstublieft langzamer.
- Spreek langzamer alsjeblieft.
Wij praten graag.
- Spreek je Engels?
- Spreekt u Engels?
Ik wil in het Frans spreken.
- Wilde je me spreken?
- Wilde u me spreken?
- Wilde u me zien?
Laat Tom spreken.
Tom wil u spreken.
Ik spreek helemaal geen Frans.
Veel van mijn vrienden spreken Frans.
Hij kon Frans spreken.
Mary kan Japans spreken.
Kunnen we alsjeblieft over iets anders praten?
Kan Tom Frans spreken?
- Ik zou graag met Tom alleen willen praten.
- Ik zou Tom graag onder vier ogen spreken.
Ik zou graag met John spreken.
- Is dat waar je over wilde praten?
- Is dat waar je het over wilde hebben?
Dat paard kan praten.
Spreekt er hier iemand Japans?
- Kunt u Frans spreken?
- Kan je Frans spreken?
- Kunnen jullie Frans spreken?
- Waar wil je met me over praten?
- Waar wilt u met me over praten?
David kan vloeiend Frans spreken.
Het is moeilijk om drie talen te spreken.
Hij spreekt ook Russisch.
Spreek je Indonesisch?
Welke talen spreek je, Tom?
Hij kan vijf talen spreken.
- Zij wil daarover niet praten.
- Ze wil daar niet over praten.
Ik wil vloeiend Frans kunnen spreken.
Kan iemand hier Frans spreken?
Tom kan geen Frans spreken.
Tom wilde met Mary's vader praten.
Wil je nou met me praten of niet?
- Ik ga ervan uit dat je Frans kunt spreken.
- Ik ga ervan uit dat jullie Frans kunnen spreken.
- Ik ga ervan uit dat u Frans kunt spreken.
Laat me tegen Tom spreken.
Wil je erover praten of niet?
Kunnen we praten?
Ze kan drie talen spreken.
Tom wou er met Maria over spreken.
Ik praat niet graag over mezelf.
- Hij kan goed Frans praten.
- Hij kan goed Frans spreken.
Tom wil u spreken.
- Spreekt u Hongaars?
- Spreken jullie Hongaars?
- Spreek je Hongaars?
- Spreek je Engels?
- Spreekt u Engels?
- Spreken jullie Engels?
Ze spreekt behoorlijk goed Engels.
Met wie heb ik de eer?
Hij kan Frans spreken en schrijven.
Moet ik met Tom praten?
Misschien moet je eens met Tom praten.
Tom spreekt drie buitenlandse talen.
Geen van ons kan Frans.
- We babbelen graag.
- Wij praten graag.
John kan niet goed Frans spreken.
Sommige van mijn vrienden kunnen goed Engels spreken.
Tom spreekt slechts een beetje Frans.
Tom spreekt nauwelijks Frans.
Ik ken geen Frans.
Tom spreekt ook Frans.
Kan hij Frans spreken?
Ik kan Frans lezen noch spreken.
We willen met Tom praten.
Hij kan Frans spreken.
Ze speekt zowel Engels als Duits.
Waar men niet over kan spreken, moet men over zwijgen.
Spreekt Tom Frans?
- Ik kan geen Frans spreken.
- Ik ken geen Frans.
- Spreek alstublieft Frans.
- Spreek alsjeblieft Frans.
Mag ik het tegen Tom zeggen?
Spreek je Engels?
Hoeveel talen kan Tom spreken?
Ik wist niet dat Tom geen Frans kon spreken.
Spreekt u Frans?
Ik kon geen Frans spreken.
De enige taal die Tom kan spreken is Frans.
Tom wenste dat hij iemand had om tegen te praten.
Tom kan in dertig talen "Ik spreek alleen Frans" zeggen.
Hij spreekt ook Frans.
Hij vroeg me of ik Engels kon spreken.