Examples of using "Poikaystävää" in a sentence and their dutch translations:
- Heb je een vaste vriend?
- Heb je een vriend?
- Heeft u een vaste vriend?
- Heb je een vriendje?
Ik heb geen vriend nodig.
Maria heeft twee vrienden.
- Tom wilde weten of Mary een vriendje had.
- Tom wilde weten of Mary een vriend had.