Examples of using "Kirjaa" in a sentence and their dutch translations:
Heb je dit boek nodig?
Ik las een boek.
- Ik ben dit boek aan het lezen.
- Ik lees dit boek.
- Tom is een boek aan het lezen.
- Tom leest een boek.
Tom heeft drieduizend boeken.
Ik ben begonnen met een boek te schrijven.
- Ik ben een boek aan het lezen.
- Ik lees een boek.
Hij leest een boek.
Ik heb veel boeken nodig.
Hoeveel boeken leest ge per maand?
Ik lees een boek.
Hoeveel boeken hebben jullie?
- Ik ben een boek aan het lezen.
- Ik lees een boek.
Ik heb ten minste tien boeken.
Ik heb twee boeken.
Ze heeft tweeduizend boeken.
Een boek kan men vergelijken met een vriend.
Ik zoek een boek over het Spanje van de middeleeuwen.
Ik zal een boek lezen.
Heb je twee boeken?
Ze schrijft nu een boek.
Hij bracht de avond door met een boek te lezen.
- Hij heeft twee boeken geschreven.
- Hij schreef twee boeken.
Beoordeel iemand niet op zijn uiterlijk.
Hoeveel boeken heb je gelezen?
Ze heeft ongeveer 2000 boeken.
Ik heb veel boeken nodig.
Ik heb het boek gelezen.
- U heeft veel boeken.
- Jij hebt veel boeken.
- Jullie hebben veel boeken.
Jij hebt veel boeken.
Hoe meer je het boek leest, hoe minder je het zal verstaan.
Toen Tom wakker werd, was Maria aan het bureau een boek aan het lezen.
Ik heb wat Franse boeken.