Examples of using "Kirjoittaa" in a sentence and their dutch translations:
Kunt u schrijven?
Ze schrijft prachtig.
Ik wil een boek schrijven.
Ik ben begonnen met een boek te schrijven.
Tom schrijft langzaam.
- Emily is een brief aan het schrijven.
- Emily schrijft een brief.
Ik moet een brief schrijven.
Je moet een brief schrijven.
- Tom is Mary een brief aan het schrijven.
- Tom is een brief aan Mary aan het schrijven.
Ze schrijft nu een boek.
Ze typt goed.
Ge zoudt die zin moeten herschrijven.
- Hij schrijft mij eens per week.
- Hij schrijft mij eenmaal per week.
Ik wil niet schrijven met deze pen.
Hij kan met beide handen schrijven.
Geef me iets om mee te schrijven.
Hij vergeet nooit om elke week naar zijn moeder te schrijven.
Hij kan Frans spreken en schrijven.
Ze kan niet lezen of schrijven.
Ge zoudt die zin moeten herschrijven.
Tom kan deze brief niet zelf hebben geschreven.
Tom schreef vroeger liedjes.
Tom is linkshandig, maar hij schrijft met zijn rechterhand.
Ik schrijf graag gedichten.
Je mag schrijven in welke taal je maar wilt. Hier op Tatoeba zijn alle talen gelijk.
De meeste mensen schrijven over hun dagelijks leven.
Het is niet makkelijk om een liefdesbrief te schrijven in het Engels.
Hij schrijft nog romans af en toe, maar niet zo veel als vroeger.