Examples of using "Ihminen" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben een persoon.
Je bent een mens.
Tom is een goede vent.
'Ik vertrouw je. Ik vertrouw je, mens.
- Jij bent een persoon.
- Je bent iemand.
- Ik ben een vrije man.
- Ik ben een vrije mens.
- Ik ben een vrij mens.
Zij is een vriendelijk persoon.
Tom is een vriendelijk persoon.
Hij is een vreemd persoon.
De mens is een wolf voor de mens.
Vader is een goed mens.
Ze is een betrouwbaar mens.
- Ik ben bijna een ander persoon.
- Ik ben haast iemand anders.
- Hij is vriendelijk.
- Hij is aardig.
In een een-op-een strijd tegen een mens wint hij zeker.
Tom is nu net een ander persoon.
De mens eet om te leven, hij leeft niet om te eten.
- Ontspan u!
- Rustig aan.
- Rustig maar.
- Kalm aan.
- Wie is deze persoon?
- Wie is die persoon?
Om het eenvoudig te zeggen: een mens is samengesteld uit vele cellen.
De bakker is een goede mens.
Hij is een vreemd persoon.
Hij is een goeierik.
Zij was de laatste persoon die ik verwachtte te zien op zo'n plek.
Dit betekent dat bijna iedereen op aarde het zou kunnen krijgen.
Ik ben een mens met tekortkomingen, maar het zijn tekortkomingen die makkelijk verholpen kunnen worden.
- Ieder eenzaam mens is eenzaam door zijn angst voor de mensen om hem heen.
- Iedere persoon die alleen is, is dat alleen omdat hij angst voor anderen heeft.
De man is knap.
- Ontspan u!
- Rustig.
- Kalmeer je.
- Rustig aan.
- Rustig maar.
Ik voel mij net iemand anders.
Tom is een man die je kunt vertrouwen.
Een zwaarlijvige man zit op de bank. Hij kreeg een anonieme brief, waarin stond: "Hé dikzak! Ooit gehoord van afvallen?!" Niemand weet dat hij last heeft van een stofwisselingsziekte.
Wie wind zaait, zal storm oogsten.