Examples of using "Vary" in a sentence and their dutch translations:
- De symptomen variëren.
- De symptomen verschillen.
- De prijzen variëren naargelang van de plaats.
- De prijzen variëren al naargelang de plaats.
We verschillen van karakter, van cultuur,
Sociale geplogenheden verschillen van land tot land.
De prijzen van bepaalde voedingsmiddelen variëren per week.