Translation of "Unimportant" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "Unimportant" in a sentence and their dutch translations:

That's unimportant.

- Dat is niet belangrijk.
- Het is niet belangrijk.

His opinion was unimportant.

- Zijn mening was niet belangrijk.
- Zijn mening was niet relevant.
- Zijn mening was niet van belang.
- Zijn mening telde niet mee.
- Zijn mening was onbelangrijk.

I wouldn't say it was unimportant.

Ik zou niet zeggen dat het onbelangrijk was.

- That's unimportant.
- It's nothing.
- That's not important.

- Dat is niet belangrijk.
- Dat geeft niets.
- Het is niet belangrijk.
- Het doet er niet toe.

- It doesn't matter.
- That doesn't matter.
- That's unimportant.

Het doet er niet toe.

- It doesn't matter.
- That's unimportant.
- That's not important.

- Dat is niet belangrijk.
- Dat geeft niets.

- It's not important.
- It doesn't matter.
- That's unimportant.

- Maakt niet uit.
- Het maakt niets uit.

- This is not important.
- It's not important.
- That's unimportant.
- It's nothing.

Dat is niet belangrijk.

- It's not important.
- Never mind.
- It doesn't matter.
- It's not a big deal.
- It isn't important.
- That's unimportant.

- Dat is niet belangrijk.
- Maakt niet uit.
- Dat geeft niets.
- Het is niet belangrijk.
- Het maakt niets uit.