Examples of using "Uncomfortable" in a sentence and their dutch translations:
- Tom is niet op zijn gemak.
- Het zit Tom niet lekker.
- Tom is ongemakkelijk.
- Ik ben niet op mijn gemak.
- Het zit me niet lekker.
Tom ziet er ongemakkelijk uit.
Tom werd ongemakkelijk.
- Tom voelde zich ongemakkelijk.
- Tom voelde zich niet op zijn gemak.
- Tom is niet op zijn gemak.
- Het zit Tom niet lekker.
- Tom is ongemakkelijk.
Tom ziet er wat oncomfortabel uit.
Deze kussen is oncomfortabel.
Ik voelde me echt niet lekker.
Er heerste een onaangenaam zwijgen.
Ik voel me nu behoorlijk ongemakkelijk.
En deze vragen, hoe ongemakkelijk ze ook lijken,
Tom voelde zich ongemakkelijk.
Ik voelde me ongemakkelijk, dus ik ging weg.
en mensen zich ongemakkelijk voelen door onze boosheid.
Hou op! Je brengt haar in verlegenheid!
Soms glimlachen de mensen als ze zich niet goed voelen.
Dit schoeisel deugt niet voor het lopen.
En de vrouw in een... oncomfortabele positie
- Laat het me alsjeblieft weten als je je niet op je gemak voelt.
- Laat het me alstublieft weten als u zich niet op uw gemak voelt.
- Tom voelt zich ongemakkelijk bij het woord "queer" en geeft de voorkeur aan "lhbt."
- Tom voelt zich ongemakkelijk bij het woord "queer" en geeft de voorkeur aan "lgbt."
Veel Amerikanen voelen zich ongemakkelijk bij een stilte, en ze beschouwen een stilte tijdens een gesprek als een teken dat ze zelf moeten beginnen te spreken.
"Het was een grote vuilcontainer," zei Dima, "en er was een heleboel eten, dus... het was niet direct oncomfortabel. Maar ja, het stonk wel nog erger dan het achterste van een ezel."