Examples of using "Ton" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb een hele berg huiswerk.
Maar deze dikhuiden van een ton...
Roofdieren van zeven ton tonen hun verfijnde kant.
Mijn oom bezit een berg geld.
Ik heb een hoop dingen te doen.
Ik ben een vegetariƫr die veel vlees eet.
Zelfs een mannetje van zes ton kan zich zachtjes onopgemerkt verplaatsen.