Translation of "Theirs" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Theirs" in a sentence and their dutch translations:

That's theirs.

- Dat is die van hen.
- Dat is van hen.

Isn't that theirs?

Is dat niet van hen?

This is theirs.

Dit is van hen.

That book is theirs.

Dat boek is van hen.

These horses are theirs.

Deze paarden zijn van hen.

- This is her book.
- That book is theirs.

Dat is haar boek.

- The dog is his.
- The dog is theirs.

- De hond is van hem.
- De hond is van u.
- De hond is van haar.

- These horses are hers.
- These horses are theirs.

- Deze paarden zijn van haar.
- Deze paarden zijn van hen.

And theirs too. The only way to survive these harsh winter nights is by sticking together.

En dat van hen ook. De enige manier om ijzige winternachten te overleven, is door bij elkaar te blijven.

Mister Petro and his wife love my children a lot; I love theirs a lot, too.

Meneer Petro en zijn vrouw houden veel van mijn kinderen; Ik hou ook veel van die van hen.