Examples of using "Strawberry" in a sentence and their dutch translations:
Het is nu het seizoen voor aardbeien.
Het is het aardbeienseizoen.
Ik hou van aardbeienijs.
Layla had een aardbeienmilkshake.
Tom had een aardbeienmilkshake.
- Een aardbeienijsje, alstublieft.
- Een aardbeienijsje, alsjeblieft.
- Houd je van aardbeienwijn?
- Hou je van aardbeienwijn?
- Houdt u van aardbeienwijn?
- Houden jullie van aardbeienwijn?
Aardbeiensap is goed voor het geheugen.
avocado-, amandel-, citroen- en aardbeienkwekerijen vernielden.
Het is nu het seizoen voor aardbeien.