Examples of using "Stinks" in a sentence and their dutch translations:
Het stinkt.
Het stinkt.
Stront stinkt.
- Hier klopt iets niet.
- Er stinkt iets.
- Hier deugt iets niet.
Tom stinkt.
- Roken is klote.
- Roken stinkt.
Er stinkt hier iets.
Die hond stinkt!
Deze vis stinkt.
- Die film is waardeloos!
- Wat een kutfilm!
- Wat een prutsfilm!
Sami's kussen stinkt.
Tom zijn kamer stinkt.
- Je hond stinkt.
- Uw hond stinkt.
- Jullie hond stinkt.
Toms hond stinkt.
Zijn hond stinkt.
Het stinkt hier.
- Jouw adem stinkt naar knoflook.
- Jullie adem stinkt naar knoflook.
Het stinkt!
Deze vis stinkt.
Deze vent die naast me in de trein zit stinkt!