Examples of using "Row" in a sentence and their dutch translations:
Tom zat in de eerste rij.
Ga alsjeblieft in een rij staan.
Tom woont in een rijhuis.
Tom zat in de eerste rij.
Tom zat in de eerste rij.
Ik luisterde op de voorste rij --
Ja! Ik heb twee keer op een rij gewonnen!
Ik heb een paar kaarten voor rij 15.
Ik heb Tom zien zitten op de derde rij.
Tom zit al drie jaar in de dodengang.
Ze zette haar cd's op een rijtje op de plank.
Tom zit op de eerste rij om beter te zien.
Het regende vijf opeenvolgende dagen.
"Kleur de vorm die gelijk is aan de eerste vorm in elke rij."
Er is geen verschil tussen deze rij kleding en die daarnaast.
Deze week heb ik drie dagen achter elkaar buitenlandse auto-actiefilms met ondertitels gekeken.
De vrouwen roeien samen in een soort oud Chinese zogenoemende drakenboot met twintig zitplaatsen.
Mike kwam voorin het vliegtuig, maar zijn zitplaats bevond zich in de laatste rij achterin het vliegtuig.