Examples of using "Necklace" in a sentence and their dutch translations:
- Dat is een prachtige halsketting.
- Dat is een mooie halsketting.
Dat is een prachtige halsketting.
Tom heeft de halsketting gestolen.
Ik hou van die halsketting.
- Ik hou van jouw halsketting.
- Ik hou van uw halsketting.
- Ik vind je halsketting mooi.
- Uw halsketting is prachtig.
- Jouw halsketting is prachtig.
Dat is een mooie halsketting.
Sami vond de halsketting.
Maria droeg een ketting.
Tom gaf Maria een halsketting.
Maria droeg een strassketting.
Ze draagt een dure halsketting.
Deze ketting is gemaakt van jade.
Mijn oma gaf mij deze halsketting.
Tom heeft een halsketting gemaakt voor Maria.
Maria droeg een strassketting en oorbellen.
Ze is op heterdaad betrapt op het stelen van een ketting.
- Heb je de ketting gezien die Tom aan Maria gaf voor Kerstmis?
- Hebt u de ketting gezien die Tom aan Maria gaf voor Kerstmis?
- Hebben jullie de ketting gezien die Tom aan Maria gaf voor Kerstmis?
Weten Tom en Mary van wie je die halsketting kreeg?