Examples of using "Mayor" in a sentence and their dutch translations:
Hij was burgemeester.
Hij was burgemeester.
Bel de burgemeester.
We verkozen hem tot burgemeester.
Hij kent de burgemeester.
We verkozen hem tot burgemeester.
Ze verkozen hem tot burgemeester.
Hij werd verkozen tot burgemeester.
De burgemeester is nu niet beschikbaar.
De burgemeester is nu niet beschikbaar.
Ze verkozen haar tot burgemeester.
Ze slaagde erin tot burgemeesteres verkozen te worden.
Tom vertelde iedereen dat hij goed bevriend was met de burgemeester.
Tom Jackson wilde burgemeester van Boston worden.
Weet je wie de burgemeester van Boston is?
De burgemeester doet niets anders dan pappen en nathouden.
De burgemeester knipte het lint doormidden met een enorme schaar.
"Wat denkt ge over de gemeenteverkiezingen?" "Ik weet het niet."
Het is de burgemeester die het huwelijk tussen de twee jonge mensen zal voltrekken.
De burgemeester van deze stad werd ervan beschuldigd doof te zijn voor de verzoeken van de mensen.
beeld vormt van de zwarte bevolking. De stad kreeg 6 weken de tijd om Zwarte Piet uit het feest te verwijderen.