Translation of "Knocking" in Dutch

Tom is knocking.

Tom klopt.

- Someone's knocking at the door.
- Someone is knocking on the door.
- Someone is knocking at the door.
- Somebody's knocking at the door.
- Someone's knocking on the door.

- Er klopt iemand aan.
- Iemand klopt op de deur.

- Someone is knocking on the door.
- Someone's knocking on the door.

Iemand klopt op de deur.

- Someone's knocking at the door.
- Someone is knocking at the door.

Iemand klopt op de deur.

Someone is knocking on the door.

Iemand klopt op de deur.

Who is knocking at my door?

- Wie klopt er op mijn deur?
- Wie is er op mijn deur aan het kloppen?

Eventually, officers come knocking on people's doors,

Kort daarna komen officieren langs

I think someone's knocking on the door.

Ik denk dat er iemand aan de deur klopt.

Hold on, someone is knocking at my door.

- Wacht, er wordt aan mijn deur geklopt.
- Wacht, iemand klopt aan mijn deur.

There is a faint knocking at the door.

Er wordt zachtjes op de deur geklopt.

I think someone is knocking on the door.

Ik denk dat er iemand aan de deur klopt.

A loud knocking at the door woke him up.

Hij werd wakker door luid geklop op de deur.

knocking them down and crushing them with bear-hugs and all sorts.

neerslaat en verplettert met berenknuffels en van alles.

- There is a knock at the door.
- Someone is knocking at the door.

Er wordt op de deur geklopt.

And we knew it was only a matter of time before the town came knocking.

We wisten dat een kwestie van tijd was voordat ons dorp actie zou ondernemen.