Examples of using "Grows" in a sentence and their dutch translations:
Hij teelt rijst.
De boerderij kweekt aardappelen.
Mijn baard groeit snel.
Rijst groeit in warme landen.
Rijst groeit in warme klimaten.
Want in deze wereld groeit alles.
Ze kweekt tomaten in haar tuin.
Ze kweekt veel soorten bloemen.
Hij kweekt tomaten in zijn tuin.
Tom kweekt tomaten in zijn tuin.
Tom kweekt tomaten, komkommers en sla.
Hij verbouwt tomaten in de tuin.
Het gras groeit goed na de regen.
Een snor groeit op de bovenlip.
Tom kweekt aardappelen en wortelen in zijn tuin.
Wist je dat spaghetti groeit aan spaghettibomen?
Als hij groot is, wil Tom graag dokter worden.
Als hij groot is, zal hij dokter worden.
Uitgestrekte delen van de planeet beginnen te bevriezen. Elke nacht wordt langer.
Als een kikkervisje groeit, verdwijnt de staart en worden de poten gevormd.
Roestig metaal is helemaal slecht. Dat is hoe je tetanus krijgt. Dat voedt op roest.
nu leeft en groeit ze in een wereld van andere geesten,
Naarmate de nacht kouder wordt... ...vallen veel van zijn lichaamsfuncties stil.
De taal maakt een geweten, dus let op wat ge hier schrijft of vertaalt!
Wanneer hij groot is, wil hij tennisspeler worden.
De grootste werken van mensen zijn niet diegene die lawaai maken. Het grootse gebeurt simpelweg, zoals dat gebeurt met het stromen van het water, het waaien van de wind, het groeien van het graan.