Translation of "Financially" in Dutch

He is financially embarrassed.

Hij zit in financiële problemen.

I became financially independent.

Ik werd financieel onafhankelijk.

Tom is financially independent.

Tom is financieel onafhankelijk.

Tom became financially independent.

Tom werd financieel onafhankelijk.

He became financially independent.

Hij werd financieel onafhankelijk.

- He relies on his wife financially.
- He's financially dependent on his wife.

Hij is financieel afhankelijk van zijn vrouw.

Tom was in trouble financially.

Tom had financiële problemen.

He is badly situated financially.

Hij zit in de financiële problemen.

He's financially dependent on his wife.

Hij is financieel afhankelijk van zijn vrouw.

He relies on his wife financially.

Hij is financieel afhankelijk van zijn vrouw.

We felt, as a family, financially and emotionally ravaged.

We voelden ons, als gezin, financieel en emotioneel verwoest.