Examples of using "Edible" in a sentence and their dutch translations:
En dat is eetbaar.
Zijn deze eetbaar?
Zijn zeesterren eetbaar?
Die vis is niet eetbaar.
Kan je dat ding eten?
- Deze plant is eetbaar.
- Deze plant kan men eten.
Deze slakken zijn eetbaar.
Deze paddenstoelen zijn niet eetbaar.
Deze paddenstoel is niet eetbaar.
...en die is wel eetbaar.
Kun je dit opeten?