Examples of using "Duty" in a sentence and their dutch translations:
De plicht roept me.
De plicht roept me.
Wie is van wacht?
Tom heeft dienst.
De plicht roept me.
Wie is er vandaag van dienst?
Jan heeft dienst vandaag.
Heeft u vanavond vrij?
Hij bekritiseerde me voor het verzaken van mijn plicht.
Waar is de belastingvrije winkel?
Plicht gaat voor alles.
- Is dit hier een taxfreewinkel?
- Is dit hier een belastingvrije winkel?
Mijnheer Joel is nu van dienst.
Het is je plicht om te studeren.
Doe je plicht!
Ge zoudt beter niet roken tijdens het werk.
- Hoe laat heb je dienst?
- Om hoe laat begint uw dienst?
- Hoe laat hebt u dienst?
- Om hoe laat begint jouw dienst?
Van onze naasten te houden is onze plicht.
Is het recht om te stemmen een plicht?
het is onze opdracht, onze plicht
Een recht zonder plicht is een privilegie.
Het is onze plicht om de wet altijd te gehoorzamen.
Hij heeft ieder gevoel van plichtsbesef compleet verloren.
De politie heeft geen toestemming om te drinken tijdens dienst.
Ik geloof dat het mijn plicht is om deze kinderen te beschermen.
Engeland verwacht dat iedereen zijn plicht zal doen.
- Ik denk dat het mijn plicht is deze kinderen te beschermen.
- Ik geloof dat het mijn plicht is om deze kinderen te beschermen.
Een van mijn taken na schooltijd of tijdens de vakantie
- Ik ga alleen uit plichtsgevoel ten opzichte van mijn moeder, naar de kerk.
- Ik ga alleen naar de kerk uit plichtsgevoel jegens mijn moeder.