Examples of using "Cooked" in a sentence and their dutch translations:
- Yanni kookte.
- Yanni heeft gekookt.
- Tom kookte.
- Tom heeft gekookt.
- Wie kookte?
- Wie heeft gekookt?
- Ik heb het diner gekookt.
- Ik kookte het diner.
- Tom heeft het avondmaal klaargemaakt.
- Tom heeft het diner bereid.
Tom kookte spaghetti.
Het vlees is gaar.
- Ze heeft het vlees gekookt.
- Ze kookte het vlees.
Ik wil geen gekookte rijst eten.
Het werd in olie gebakken.
Ze heeft het avondeten zelf gekookt.
Ik heb het avondeten klaargemaakt gisteren.
Ik wil geen gekookte rijst.
Tom kookte spaghetti voor het avondeten.
Tom kookte spaghetti voor ons.
Ik heb gekookte eieren gegeten.
Ze heeft gisteravond groentesoep gemaakt.
Maria heeft nog nooit een kalkoen gekookt.
Mijn moeder heeft tien eieren gekookt.
Ze maakte vis klaar voor mij.
Ik heb de pasta te lang laten koken.
Ik proefde van de cake die ze gebakken had.
Heb je iets gegeten wat Tom heeft gekookt?
Het eten wordt gekookt op laag vuur.
Ik wil geen gekookte rijst eten.
Omdat jij hebt gekookt, zal ik de afwas doen.
Neem me niet kwalijk als ik het avondeten niet goed gekookt heb.
Vis kan droog en smaakloos zijn als hij te lang gebakken is.
Kan men met gekookte spaghetti mikado spelen?
De pizza werd in een houtoven gebakken.
en als ik de ingewanden eruit haal... ...kan hij worden bereid.
Omdat jij hebt gekookt, zal ik de afwas doen.