Examples of using "Blowing" in a sentence and their dutch translations:
Er waait een heel harde wind.
De wind waait.
Er stond een straffe wind.
De wind waait heel hard.
Er blaast een koude zeewind.
waaide en verzamelde zich bij de keizer.
De wind waait uit het westen.
De wind waait.
De wind waait uit zee.
De wind waait uit het oosten.
De wind komt uit het noorden.
Hij weet van waar de wind komt.
De wind waait in mijn gezicht.
- De scheidsrechter fluit het einde van de wedstrijd.
- De scheidsrechter fluit de wedstrijd af.
Ik kan zien in welke richting de wind waait.
Tom weet van waar de wind waait.
- De wind waait.
- Het waait.
Hij kon altijd zeggen in welke richting de wind blies.
Hij blaast me een heel eind weg van het wrak.
maar voelde al snel welke kant de wind waaide en beloofde steun.
De scheidsrechter fluit het einde van de wedstrijd.
Tom weet van waar de wind waait.
Als je die band hebt met een dier... ...en die ervaringen hebt, is het absoluut verbijsterend.
Er staat een sterke wind en ik kan niet snel gaan.