Examples of using "Berlin" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben in Berlijn.
De Berlijnse Muur splitste Berlijn in tweeën.
Hartelijk welkom in Berlijn.
Berlijn is een Duitse stad.
Berlijn is de hoofdstad van Duitsland.
Berlijn ligt in Duitsland.
Zij is in Berlijn.
Hij is in Berlijn.
Ik kom uit Berlijn, Duitsland.
Het is in Berlijn.
Je bent al naar Berlijn geweest.
Berlijn is de hoofdstad van Duitsland.
Zijn jullie allemaal in Berlijn?
Berlijn is een Duitse stad.
Berlijn is de hoofdstad van Duitsland.
Wanneer zijt ge naar Berlijn verhuisd?
- De coalitiebesprekingen in Berlijn zijn niet doorgegaan.
- De coalitiebesprekingen in Berlijn zijn mislukt.
- HIj kwam als leraar naar Berlijn.
- Hij kwam naar Berlijn als een leraar.
- De coalitiebesprekingen in Berlijn zijn niet doorgegaan.
- De coalitiebesprekingen in Berlijn zijn mislukt.
De grootste dierentuin van de wereld bevindt zich in Berlijn, Duitsland.
De coalitiebesprekingen in Berlijn zijn mislukt.
- Zoals u weet is Berlijn de hoofdstad van Duitsland.
- Zoals jullie weten is Berlijn de hoofdstad van Duitsland.
Hij moest de stad verlaten en verhuisde naar Berlijn.
naar luxueuze modehuizen in Parijs, New York en Berlijn.
Berlijn is een symbool van de eenheid tussen Oost en West.
Maar in de late jaren '70, hadden Berlin en Kay een antwoord klaar voor de critici.
De Berlijnse Muur werd gebouwd om te voorkomen dat Oost-Duitsers naar het Westen zouden vluchten.
Een man landde op de maan. Een muur viel in Berlijn. Een wereld werd aaneengesloten door onze wetenschap en verbeelding.
Ik heb lang nagedacht of ik naar Rome zou verhuizen of naar Parijs, maar uiteindelijk heb ik besloten om in Berlijn te blijven.