Examples of using "Amsterdam" in a sentence and their dutch translations:
Amsterdam is geweldig!
Ze noemden het dorp Nieuw-Amsterdam.
Amsterdam is beroemd om zijn grachten.
Amsterdam is een fietsvriendelijke stad.
Amsterdam is de hoofdstad van Nederland.
Amsterdam is een populaire bestemming voor toeristen.
Amsterdam is de hoofdstad van Nederland.
Aart is een geregistreerde pedofiel in Amsterdam.
Hij woont in een dorpje in de buurt van Amsterdam.
"Waar woonde u?" "Ik woonde in Amsterdam."
- Amsterdam is de hoofdstad van Nederland.
- De hoofdstad van Nederland is Amsterdam.
Iedere agent in Amsterdam vindt me een verrader.
Mijn droom is om Nederlands te studeren in Amsterdam.
Wij zijn op zoek naar een ervaren C++ programmeur in de omgeving van Amsterdam.
Tom bezocht het Rijksmuseum toen hij in Amsterdam was.
De meeste Nederlanders in Nieuw-Amsterdam vertrokken niet.
Aart bracht zijn kinderen vanuit Amsterdam naar het ISIS-bestuurde Raqqa.
De auteur verlaat Luggnagg en vaart naar Japan. Van daaruit keert hij in een Nederlands schip terug naar Amsterdam en van Amsterdam naar Engeland.
Ajax Amsterdam is de meest bekende voetbalclub van Nederland.
De eerste aandelenmarkt in de geschiedenis was de Amsterdamse Wisselbank.
In een onverwachte verklaring vermelden de organisatoren van het Sinterklaasfeest in Amsterdam
Dit is hoe het eruit zag in 1930, in een kleine stad ten noorden van Amsterdam.
De hoofdstad van Nederland is Amsterdam en de regeringszetel is Den Haag.
Ik las The Age of Spiritual Machines van Ray Kurzweil op 7 september 2006 in Amsterdam.