Examples of using "Accompany" in a sentence and their dutch translations:
Ik zal u vergezellen.
Ga je me vergezellen?
Ik zal u vergezellen.
Laat me je begeleiden!
Oorlog gaat samen met ellende en droefheid.
Ik ga met je mee naar het vliegveld.
- Mag ik u naar het vliegveld begeleiden?
- Mag ik je naar het vliegveld begeleiden?
Ze gaan de kinderen niet begeleiden naar de school.
Laat me je begeleiden!
- Gaan jullie met me mee?
- Zullen jullie met me meegaan?
- Zullen jullie me vergezellen?
- Ga je me vergezellen?