Translation of "Nerveus" in Turkish

0.100 sec.

Examples of using "Nerveus" in a sentence and their turkish translations:

- Je klinkt nerveus.
- U klinkt nerveus.
- Jullie klinken nerveus.

Sinirli görünüyorsun.

- U bent nerveus.
- Jij bent nerveus.

Sen gerginsin.

Hij lacht nerveus.

O sinirli olarak güldü.

Tom werd nerveus.

Tom sinirli oldu.

Tom lachte nerveus.

Tom gergin biçimde güldü.

Tom wachtte nerveus.

Tom gergin biçimde bekledi.

Ben je nerveus?

Heyecanlı mısın?

Tom is nerveus.

- Tom asabidir.
- Tom sinirlidir.
- Tom gergin.

Jij bent nerveus.

Sinirlisin.

U bent nerveus.

Sinirlisiniz.

Nerveus? Ik? Nee!

Sinirli mi? Ben mi? Hayır!

Ik ben nerveus.

Sinirliyim.

Ze werden erg nerveus.

Onlar çok sinirlendi.

Vind je haar nerveus?

Sence gergin mi?

Tom moet nerveus zijn.

Tom gergin olmalı.

- Was u nerveus?
- Was u zenuwachtig?
- Waren jullie zenuwachtig?
- Waren julie nerveus?
- Was jij nerveus?
- Was jij zenuwachtig?

Sinirli miydin?

- Ben je zenuwachtig?
- Ben je nerveus?
- Bent u zenuwachtig?
- Zijn jullie zenuwachtig?
- Bent u nerveus?
- Zijn jullie nerveus?

Sinirli misin?

- Tom is gewoon een beetje nerveus.
- Tom is alleen een beetje nerveus.

Tom sadece biraz sinirli.

Ik word er nerveus van.

O, beni sinirlendiriyor.

- Het maakt me zenuwachtig.
- Het maakt me nerveus.
- Ik word er nerveus van.

O beni sinirlendiriyor.

- Tom lijkt nerveus.
- Tom lijkt zenuwachtig.
- Tom ziet er zenuwachtig uit.
- Tom ziet er nerveus uit.
- Tom kijkt zenuwachtig.
- Tom kijkt nerveus.

Tom sinirli görünüyor.

- Tom zag er nerveus uit.
- Tom zag er zenuwachtig uit.
- Tom leek zenuwachtig.
- Tom leek nerveus.
- Tom keek zenuwachtig.
- Tom keek nerveus.

- Tom sinirli görünüyordu.
- Tom asabi görünüyordu.
- Tom gergin görünüyordu.

- Lijk ik nerveus?
- Lijk ik zenuwachtig?
- Kijk ik nerveus?
- Kijk ik zenuwachtig?
- Zie ik er nerveus uit?
- Zie ik er zenuwachtig uit?

Gergin mi görünüyorum?

- Voel je je nerveus op kantoor vandaag?
- Voelt u zich nerveus op kantoor vandaag?

- Bugün ofiste huzursuzluk hissettiniz mi?
- Bugün ofiste kendinizi gergin hissettiniz mi?

Je bent opgewonden maar ook nerveus

Heyecanlı ama aynı zamanda gerginsiniz

- Ze werden zenuwachtig.
- Ze werden nerveus.

Onlar sinirlendiler.

Mama en papa zijn erg nerveus.

- Annem ve babam çok sinirlidir.
- Annem ve babam çok gerginler.

- Ik ben nerveus.
- Ik ben zenuwachtig.

Ben sinirliyim.

- Tom was nerveus.
- Tom was zenuwachtig.

Tom sinirliydi.

- Ze worden nerveus.
- Ze worden zenuwachtig.

Onlar sinir oluyorlar.

- We zijn nerveus.
- We zijn zenuwachtig.

Biz gerginiz.

- Tom lijkt nerveus.
- Tom lijkt zenuwachtig.

Tom sinirli görünüyor.

- Is Tom nerveus?
- Is Tom zenuwachtig?

Tom gergin mi?

- Ik werd nerveus.
- Ik werd zenuwachtig.

Sinirlendim.

- Ik was nerveus.
- Ik was zenuwachtig.

Gergindim.

- Tom klinkt nerveus.
- Tom klinkt zenuwachtig.

Tom sinirli görünüyor.

- Je bent te nerveus.
- Je bent te zenuwachtig.
- U bent te nerveus.
- U bent te zenuwachtig.
- Jullie zijn te nerveus.
- Jullie zijn te zenuwachtig.

Çok sinirlisin.

- Ben je niet zenuwachtig?
- Ben je niet nerveus?
- Bent u niet nerveus?
- Bent u niet zenuwachtig?
- Zijn jullie niet nerveus?
- Zijn jullie niet zenuwachtig?

- Sinirli değil misin?
- Sinirli değil misiniz?

- Je ziet er gespannen uit.
- Je kijkt nerveus.
- Je kijkt zenuwachtig.
- Je ziet er zenuwachtig uit.
- Je ziet er nerveus uit.
- U kijkt zenuwachtig.
- U kijkt nerveus.
- U ziet er zenuwachtig uit.
- U ziet er nerveus uit.
- Jullie zien er zenuwachtig uit.
- Jullie zien er nerveus uit.
- Jullie lijken nerveus.
- Jullie kijken zenuwachtig.
- Jullie kijken nerveus.
- U ziet er gespannen uit.
- Jullie zien er gespannen uit.
- Je lijkt nerveus.
- Je lijkt zenuwachtig.
- U lijkt nerveus.
- U lijkt zenuwachtig.
- Jullie lijken zenuwachtig.

Gergin görünüyorsun.

Haar manier van praten maakt me nerveus.

Onun konuşma tarzı benim sinirlerimi bozuyor.

Spreken in het openbaar maakt me nerveus

Kamuda konuşmak beni geriyor.

Tom was net zo nerveus als Mary.

- Tom, Mary kadar sinirliydi.
- Tom, Mary kadar gergindi.

- Je lijkt echt nerveus.
- Je lijkt echt zenuwachtig.
- U lijkt echt nerveus.
- U lijkt echt zenuwachtig.
- Jullie lijken echt zenuwachtig.
- Je kijkt echt zenuwachtig.
- Je kijkt echt nerveus.
- U kijkt echt zenuwachtig.
- U kijkt echt nerveus.
- Jullie kijken echt zenuwachtig.
- Jullie kijken echt nerveus.
- Jullie lijken echt nerveus.
- Je ziet er echt zenuwachtig uit.
- Je ziet er echt nerveus uit.
- U ziet er echt nerveus uit.
- U ziet er echt zenuwachtig uit.
- Jullie zien er echt zenuwachtig uit.
- Jullie zien er echt nerveus uit.

Sen gerçekten sinirli görünüyorsun.

- Je ziet er niet nerveus uit.
- U ziet er niet nerveus uit.
- Jullie zien er niet nerveus uit.
- Je ziet er niet zenuwachtig uit.
- U ziet er niet zenuwachtig uit.
- Jullie zien er niet zenuwachtig uit.
- Je lijkt niet zenuwachtig.
- Je lijkt niet nerveus.
- U lijkt niet zenuwachtig.
- U lijkt niet nerveus.
- Jullie lijken niet zenuwachtig.
- Jullie lijken niet nerveus.
- Je kijkt niet zenuwachtig.
- Je kijkt niet nerveus.
- U kijkt niet zenuwachtig.
- U kijkt niet nerveus.
- Jullie kijken niet zenuwachtig.
- Jullie kijken niet nerveus.

Sen gergin görünmüyorsun.

- Tom ziet er heel zenuwachtig uit.
- Tom ziet er heel nerveus uit.
- Tom kijkt heel nerveus.
- Tom kijkt heel zenuwachtig.
- Tom lijkt heel nerveus.
- Tom lijkt heel zenuwachtig.

Tom çok gergin görünüyor.

Weet je, we zijn allemaal wel eens nerveus.

Çünkü görüyorsunuz hepimiz geriliriz,

- Ik was niet nerveus.
- Ik was niet zenuwachtig.

Gergin değildim.

- Hij was heel zenuwachtig.
- Hij was heel nerveus.

O çok gergindi.

- Ik ben zo nerveus.
- Ik ben zo zenuwachtig.

Çok gerginim.

- Tom is ook nerveus.
- Tom is ook zenuwachtig.

Tom da gergin.

- Ik ben niet nerveus.
- Ik ben niet zenuwachtig.

Gergin değilim.

- We zijn allemaal zenuwachtig.
- We zijn allemaal nerveus.

Hepimiz gerginiz.

- Ik ben nu nerveus.
- Ik ben nu zenuwachtig.

Şimdi gerginim.

- Ik ben heel zenuwachtig.
- Ik ben heel nerveus.

Çok gerginim.

- Tom is altijd nerveus.
- Tom is altijd zenuwachtig.

- Tom her zaman gergin.
- Tom hep gergindir.

- Tom was heel nerveus.
- Tom was heel zenuwachtig.

Tom çok sinirliydi.

- Ik was zo nerveus.
- Ik was zo zenuwachtig.

Ben çok gergindim.

- Je lijkt niet zenuwachtig te zijn.
- U lijkt niet nerveus te zijn.
- Jullie lijken niet nerveus te zijn.
- Je lijkt niet nerveus te zijn.
- U lijkt niet zenuwachtig te zijn.
- Jullie lijken niet zenuwachtig te zijn.

Sen gergin görünmüyorsun.

- Ik ben ook zenuwachtig.
- Ik ben ook nerveus.
- Ook ik ben zenuwachtig.

Ben de sinirliyim.

- Ik ben nerveus over het resultaat.
- Ik ben zenuwachtig over het resultaat.

Ben sonuçla ilgili gergin hissediyorum.

- Ik was de hele tijd nerveus.
- Ik was de hele tijd zenuwachtig.

Bunca zaman sinirliydim.

Ik dacht dat ik zenuwachtig zou zijn maar ik was helemaal niet nerveus.

Sinirli olacağımı düşündüm ama hiç sinirli değildim.

- Tom was ook zenuwachtig.
- Tom was ook nerveus.
- Tom vond het ook spannend.

Tom da sinirliydi.

Wat hebt u vanochtend gedaan? -Gewerkt. Ik heb het gras gemaaid. Ik ben best nerveus.