Translation of "Ging" in Turkish

- Alles ging fout.
- Het ging allemaal mis.
- Het ging helemaal verkeerd.
- Het ging allemaal fout.

Her şey ters gitti.

- Je ging daarnaartoe.
- U ging daarnaartoe.
- Jullie gingen daarnaartoe.
- Je ging daarheen.
- U ging daarheen.
- Jullie gingen daarheen.

Oraya gittin.

- Ik ging naar rechts.
- Ik ging rechtsaf.
- Ik draaide rechtsaf.
- Ik ging rechts.

Ben sağa döndüm.

- Waar ging je heen?
- Waar ging je naartoe?

Nereye gidiyordun?

- Hoe ging de toets?
- Hoe ging het proefwerk?

Testin nasıl gitti?

Ze ging wandelen.

Yürüyüşe çıktı.

Het ging viraal.

Popüler oldu.

Tom ging vissen.

Tom balık tutmaya gitti.

Hij ging vissen.

O balık tutmaya gitti.

Hij ging skiën.

Kayak yapmaya gitti.

Het ging mis.

İşler ters gitti.

Hij ging staan.

Ayağa kalktı.

Hij ging wandelen.

O, yürüyüşe gitti.

Tom ging verder.

Tom yürümeye devam etti.

Ik ging slapen.

Uyumaya gittim.

Ik ging zitten.

Oturdum.

De bel ging.

Düdük üfledi.

Ik ging wandelen.

Ben bir yürüyüş yaptım.

Ze ging weg.

O gitti.

Niemand ging staan.

Kimse kalkmadı.

Toms deurbel ging.

Tom'un kapı zili çaldı.

Ik ging niet.

Gitmedim.

Niemand ging weg.

Kimse gitmedi.

Dat ging snel!

O hızlıydı.

Alles ging fout.

Her şey hatalı gitti.

Tom ging skiën.

Tom kayak yapmaya gitti.

Ik ging ook.

Ben de gittim.

De deurbel ging.

- Kapı çaldı.
- Kapı zili çaldı.

Ik ging skiën.

- Kayak yapmaya gittim.
- Kayak kaymaya gittim.

Zij ging skiën.

Kayak yapmaya gitti.

Tom ging eergisteren.

Tom önceki gün gitti.

- Hij ging zijn kamer binnen.
- Hij ging zijn kamer in.

Odasına girdi.

- Hij ging naar de winkel.
- Zij ging naar de winkel.

O, mağazaya gitti.

- Ineens ging het licht uit.
- Plots ging het licht uit.

Birden ışık söndü.

- Ik ging naar het station.
- Ik ging naar het treinstation.

Ben istasyona gittim.

- Ze ging in die richting.
- Ze ging die kant op.

O tarafa gitti.

Belle's verhaal ging viraal.

Belle'in hikâyesi hızla yayıldı.

De raket ging omhoog.

Roket yükseldi.

Ze ging naar Ibaragi.

O Ibaraki'ye gitti.

Hij ging onmiddellijk weg.

O aniden gitti.

Waar ging hij heen?

- Nereye gitti?
- O nereye gitti?

De deur ging open.

Kapı açıldı.

Het licht ging aan.

Işık gitti.

Hij ging naar Amerika.

O, Amerika'ya gitti.

Hij ging naar huis.

- O, eve gitti.
- Eve gitti.

De wekker ging af.

Alarm çaldı.

Waar ging Tom naartoe?

Tom nereye gitti?

Wat ging er mis?

Ne yanlış gitti?

Ik ging niet zover.

O kadar uzağa gitmedim.

Tom ging naar Australië.

Tom Avustralya'ya gitti.

De keukendeur ging open.

Mutfak kapısı açıldı.

Tom ging met pensioen.

Tom emekli oldu.

De wind ging liggen.

Rüzgar sakinleşti.

Het raam ging open.

Pencere açıktı.

Tom ging alleen skiën.

Tom yalnız başına kaymaya gitti.

Ik ging naar Iran.

İran'a gittim.

Het ging wel redelijk.

Makûl geçti.

Niemand ging naar huis.

Kimse eve gitmedi.

Waar ging Tom heen?

Tom nereye gidiyordu?

Er ging niets mis.

Hiçbir şey yanlış gitmedi.

Tom ging niet akkoord.

- Tom aynı fikirde değildi.
- Tom katılmadı.

De straatverlichting ging aan.

Sokak lambaları yanmaya başladı.

Die winkel ging failliet.

O mağaza iflas etti.

Ik ging naar Londen.

Ben Londra'ya gittim.

Hassan ging naar school.

Hasan okula gitti.

Ik ging naar Oezbekistan.

- Özbekistan'a gittim.
- Ben Özbekistan'a gittim.

Ik ging hem neerschieten.

Onları vuracaktım.

De video ging viraal.

- Video viral gitti.
- Video orman yangını gibi yayıldı.
- Video virüs gibi yayıldı.

Hoe ging je toespraak?

- Konuşman nasıldı?
- Konuşman nasıl geçti?

De storm ging liggen.

- Fırtına yatıştı.
- Fırtına dindi.

Die firma ging failliet.

O şirket iflas etti.

De lamp ging uit.

Lamba söndü.

Ik ging naar huis.

- Eve gittim.
- Ben eve gittim.

Ik ging te voet.

Tabanvayla gittim.

Ze ging naar huis.

O eve gitti.

Tom ging naar bed.

Tom yatağa girdi.

Tom ging van school.

Tom okulu bıraktı.

Ons condoom ging kapot.

Bizim prezervatifimiz patlak.

Tom ging meteen weg.

Tom derhal terk etti.

Tom ging naar wiskundekamp.

Tom matematik kampına gitti.

Jij ging gisteren voetballen.

Dün futbol oynadın.

De hond ging dood.

Köpek öldü.

Sami ging op Facebook.

Sami, Facebook'a gitti.

Ik ging naar Australië.

Avustralya'ya gittim.

Sami ging ihraam binnen.

Sami ihrama girdi.

- De nagel ging door de muur.
- De spijker ging door de muur.

Çivi duvardan geçti.

- De telefoon ging weer.
- De telefoon ging opnieuw.
- De telefoon rinkelde opnieuw.

Telefon tekrar çaldı.

- Waar ging je skiën?
- Waar ging u skiën?
- Waar gingen jullie skiën?

Nerede kayak yaptın?

- Tom ging met Maria kamperen.
- Tom ging op een kampeertocht met Maria.

Tom Mary ile kamp gezisine gitti.

En zo ging dat altijd.

ve bu, her zaman böyleydi.